Testprincipes

De Interuniversitaire Taaltest Nederlands voor Anderstaligen (ITNA) is een objectief meetinstrument dat op een valide en betrouwbare manier weergeeft of de deelnemer het B2- of C1-niveau van het Europees Referentiekader voor Talen (ERK) heeft bereikt. B2 is het niveau dat beginnende studenten in het Vlaamse hoger onderwijs moeten hebben om te mogen starten. Voor sommige opleidingen wordt C1 gevraagd. Onderwijsinstellingen bepalen zelf de taalvoorwaarden voor de door hen ingerichte opleidingen.

De ITNA is een taalvaardigheidstoets. Hij heeft dus niet de bedoeling academische vaardigheden of vakkennis te meten. De toets doet evenmin voorspellingen over attitudes (bv. motivatie), aptitude (taalaanleg) of kans op slagen in het hoger onderwijs. Er is naar gestreefd om de test cultuurneutraal en waardevrij op te stellen. De lees- en luisterfragmenten van de test gaan over algemene en populairwetenschappelijke thema’s. Bronnen daarvoor zijn Vlaamse kranten en tijdschriften, en VRT-radio.

De ITNA test B2 en C1 in een vaste volgorde waarover je meer uitleg vindt bij Testonderdelen .
De C1-test kan niet apart worden afgelegd. Enkel deelnemers die minimaal ‘goed’ scoren op elk onderdeel van de B2-test en ‘zeer goed’ in het totaal voor het B2-deel, mogen deelnemen aan de C1-test.

Een test afgelegd in één testcentrum, geldt als deelname voor alle testcentra.
Om de ITNA af te leggen hoef je geen cursus te volgen. Je kunt je inschrijven voor de test op de open testmomenten bij de taaltestcentra.

Wie een taalcursus niveau 5 volgt bij de talencentra van de Universiteit Antwerpen, de Universiteit Gent of de KU Leuven, legt de ITNA af als eindtest.

Alle informatie over de ITNA vind je op deze website. Zo zijn er toetsvoorbeelden opgenomen voor zowel B2- als C1-test. Er zijn geen specifieke cursussen of studieboeken die op de test voorbereiden. De testcentra geven geen bijkomende informatie over de testinhoud.

 

Lees meer informatie over: