Testonderdelen: C1

De Interuniversitaire Taaltest Nederlands voor Anderstaligen (ITNA) start met een computertest.
Indien de kandidaat op dit eerste onderdeel voldoende scoort, neemt hij/zij deel aan een spreekexamen. Wie onvoldoende haalt op de computertest, mag niet deelnemen aan het mondelinge deel en kan uiteraard ook geen ITNA-B2-certificaat behalen.
Het examencentrum waar de test werd afgelegd, meldt het eindresultaat van de ITNA B2-test aan de kandidaat. Een kandidaat die minimaal ‘goed’ scoort op elk onderdeel en ‘zeer goed’ in het totaal, wordt uitgenodigd om op een later tijdstip deel te nemen aan een extra schrijfopdracht op C1-niveau. Hij/zij kan zo, indien gewenst, een C1-certificaat behalen.

 

Wie minimaal ‘goed’ scoorde op elk onderdeel van de B2-test en ‘zeer goed’ in het totaal voor de B2-test, mag deelnemen aan de bijkomende C1-schrijftest.

De schrijfopdracht wordt uitgevoerd op computer. Bij inschrijving vermeldt de kandidaat of hij/zij een AZERTY- of een QWERTY-klavier verkiest.

Bij het uitvoeren van de opdracht mag de spellingchecker in Word gebruikt worden.